Hoe Bepaal Je de Juiste Risicoscore? Een Praktische Gids

Hoe Bepaal Je de Juiste Risicoscore? Een Praktische Gids

In mijn werk als adviseur voor diverse organisaties zie ik vaak dezelfde worsteling: hoe kwantificeren we een risico? De theorie is bekend: een risico is de kans vermenigvuldigd met het gevolg. Door beide op een schaal van 1 (zeer klein) tot 5 (zeer groot) te waarderen, lijkt de berekening eenvoudig. De risicoscore varieert dan van 1 tot 25, wat we vaak visualiseren in een heat map.

Maar de praktijk is weerbarstiger. Wat als een enkel risico meerdere soorten gevolgen heeft? Denk aan financiële schade, imagoschade, of vertraging in een project. Dit is een punt waar veel organisaties vastlopen. Hoe vat je die verschillende gevolgen samen in één betekenisvolle risicoscore?

De Complexiteit van Meerdere Gevolgtypen

Wanneer we te maken hebben met verschillende gevolgtypen – zoals Imago, Financieel, Veiligheid (Letsel), Tijd of het behalen van Doelstellingen – wordt het bepalen van een eenduidige score een stuk complexer. Methoden voor projectrisicomanagement, zoals RISMAN, erkennen dit al door onderscheid te maken naar gevolgen voor Geld, Tijd, Kwaliteit en Organisatie.

De vraag is: hoe gaan we hiermee om zonder appels met peren te vergelijken? Laten we dit illustreren met een praktisch voorbeeld dat ik in mijn praktijk ben tegengekomen.

Voorbeeld: Een woningcorporatie loopt het risico op een te hoge leegstand in haar woningen.

De kans hierop wordt ingeschat op een score 3.

De financiële gevolgen zijn beperkt: score 2.

Het imago-gevolg is echter groot, gezien de politieke gevoeligheid rondom de krappe woningmarkt: score 5.

De impact op de kerndoelstelling ‘Beschikbaarheid woningen is matig: score 2.

Hoe bepalen we nu de uiteindelijke risicoscore? Ik zie in de praktijk drie methoden, elk met hun eigen voor- en nadelen.

Methode 1: De Gemiddelde Waarde Methode

Een veelgebruikte, maar in mijn ogen verraderlijke methode, is het berekenen van het gemiddelde van de verschillende gevolgen.

Berekening: (2 + 5 + 2) / 3 = 3 (gemiddeld gevolg)

Risicoscore: 3 (kans) x 3 (gemiddeld gevolg) = 9

Op een schaal van 1 tot 25 is een score van 9 relatief laag. Het risico belandt waarschijnlijk niet in de top 10 en krijgt daardoor te weinig aandacht. Het gevaar hier is duidelijk: de zeer hoge imagoscore van 5 verdwijnt volledig in het gemiddelde. Dit risico wordt ten onrechte als beheersbaar gezien.

Methode 2: De Hoogste Waarde Methode

Een betere aanpak, die meer recht doet aan de ernst van de situatie, is uitgaan van het gevolgtype met de hoogste score.

Berekening: We nemen de hoogste gevolgscore, in dit geval Imago (score 5).

Risicoscore: 3 (kans) x 5 (hoogste gevolg) = 15

Met een score van 15 plaatst dit risico zich direct hoger op de ranglijst. Deze methode zorgt ervoor dat risico’s met ten minste één ernstig gevolg de aandacht krijgen die ze verdienen. Het voorkomt dat een acuut probleem wordt ‘weggemiddeld’.

Methode 3: De Individuele Gevolgtype Methode

De meest accurate en inzichtelijke methode is om de gevolgen niet bij elkaar op te tellen. Financiële schade is immers fundamenteel anders dan reputatieschade. Hoewel er complexe formules met weegfactoren bestaan, is mijn ervaring dat dit vaak leidt tot onnodige discussies, omdat het belang van elke factor per risico kan verschillen.

Een effectievere oplossing is om per gevolgtype een aparte analyse en heat map te maken. Als u dus drie gevolgtypen hanteert (Financieel, Imago, Doelstelling), creëert u ook drie afzonderlijke heat maps.

Deze aanpak biedt direct inzicht in de grootste risico’s binnen elk domein. U ziet direct welke risico’s een onacceptabele financiële impact hebben, en tegelijkertijd welke een bedreiging vormen voor uw imago. Zo gaan belangrijke risico’s niet verloren in een algemene, gemiddelde score. In ons voorbeeld zou het leegstandsrisico direct in het rood verschijnen op de Imago-heat map.

Mijn Advies: Welke Methode Kiezen?

In de praktijk zie ik dat de gemiddelde methode (1) het meest wordt gekozen, gevolgd door de hoogste waarde methode (2). Methode 3 komt minder vaak voor, maar is vanuit mijn expertise de methode die het meeste inzicht en de grootste toegevoegde waarde levert.

Mijn advies is daarom vrijwel altijd een geïntegreerde aanpak:

Gebruik methode 1 of 2 om een algemene ranglijst van risico’s te creëren, maar combineer dit altijd met de individuele analyse per gevolgtype (methode 3).

Zo voorkomt u blinde vlekken. Het risico van de woningcorporatie zou bij een gemiddelde score onder de radar blijven, maar door de aparte analyse per gevolgtype springt het imagorisico direct in het oog. Hierdoor krijgt het de prioriteit die het nodig heeft, en kunt u gericht maatregelen treffen. Echte controle ontstaat pas als u de specifieke aard van elk risico volledig doorgrondt.

Over de auteur:

Drs. Geert Haisma is de drijvende kracht achter Succesmanagement. Tijdens zijn jarenlange werk als bestuurskundige zag hij hoe een integrale kijk op doelen, processen en risico’s leidt tot meer succes. Daarom ontwikkelt hij vooruitstrevende instrumenten die organisaties helpen om effectiever te worden met behulp van data, moderne ICT en AI.

Categories: